Op maandag 3 juli kwam het bericht dat er een dode bultrug was aangespoeld op het Verklikkerstrand. Het bleek te gaan om een vrouwelijk dier, ze was 9 meter lang en moet zo’n 10 ton hebben gewogen. Vanuit natuuroogpunt zou het misschien het beste zijn om het dier te laten liggen, zodat het kadaver op een natuurlijke manier zou verteren – de meeuwen waren al begonnen aan deze maaltijd – maar dat is voor velen een brug te ver. Het kadaver moest worden weggehaald en zou worden gedetermineerd, waarna de delen naar Naturalis en Utrecht zouden gaan voor onderzoek naar de doodsoorzaak. Allerlei instanties en organisaties kwamen op deze gebeurtenis af: RUD, Politie, Dierenambulance, Zeehondenbrigade, Rijkswaterstaat, media, Delta Milieu Projecten, et cetera en natuurlijk ook publiek. Uiteindelijk moest er ook groot materieel komen om het dier te verplaatsen.
Nu is een bultrug op het strand op zich al heel uitzonderlijk maar bijkomende bijzonderheid was dat het kadaver terecht was gekomen precies vóór de kolonie van zeldzame op het strand broedende vogels als Strandplevier en Dwergstern. Op dat moment stond er een heel harde wind die stuivend zand veroorzaakte, wat heel gevaarlijk is voor de strandbroeders. Zij hebben dan juist rust nodig, rust die zou kunnen worden verstoord door de drukte die de bultrug met zich meebracht op het strand. Maar na goed overleg en welwillende medewerking van de instanties werd het kadaver ver van de broedkolonie neergelegd zodat de werkzaamheden geen verdere verstoring zouden veroorzaken.